Noaberschap – een prachtig Twents begrip. Omzien naar elkaar, burenhulp, eerst praten en dan pas doen. Maar sommige bestuurders lijken dat woord bewust te hebben geschrapt.
Eerst was daar het proefballonnetje uit de grootste stad van Twente: Losser inlijven onder het motto groter is beter. Achteraf een politieke oefening, maar de toon was gezet.
Deze week kwamen er twee nieuwe staaltjes bij. Allereerst het artikel in Tubantia met daarin een interview met de burgemeesters van Hengelo en Oldenzaal zonder de burgevader van Losser over de grensovergang A1 bij De Lutte – of, zoals cabaretier Jan Riesewijk het ooit treffend noemde: Delete (De Lutte) – internationaal border. Dat gebied hoort bij Losser, punt.
En dan de ontwerp-omgevingsvisie 2050 van Oldenzaal. Het stadje wil uitbreiden – prima. Maar Dinkelland en Losser hebben al genoeg grond ingeleverd om hun buren te laten groeien.
Het pijnpunt zit in de werkwijze. Geen aankondiging, geen uitnodiging, geen gesprek. Gewoon een kant-en-klare visie online zetten, met een rondweg en zelfs een spoorlijn alvast op de kaart. Pas daarna klinkt er: Dat kaartje was een foutje, de Tankenberg – nee hoor, dat is niet de bedoeling, het is nog maar een visie.
Noaberschap betekent dat je eerst met elkaar praat, elkaars zorgen hoort en samen oplossingen zoekt. Niet achteraf uitleggen wat je eigenlijk bedoelde.
Misschien moet Oldenzaal dat woord weer serieus gaan nemen – niet als folklore in een woordenboek, maar als werkmethode.
Want zonder noaberschap is elke visie hooguit een mooi verhaal voor op papier, maar geen plan dat standhoudt in Twente.