Natuur Recreatie

Losser, het ooievaarsdorp van Twente

Ooievaar Gildehauserweg

In 1994 vestigde zich een paartje ooievaars op het dak van een woonboerderij net buiten de bebouwde kom van Losser. Het was voor het eerst in ruim 60 jaar dat er weer een broedpaar ooievaars in Twente aanwezig was.

Het begon met Dirk

In de periode 1994-2018 was ooievaar Dirk de man op het daknest aan de Schoklandweg en hij duldde geen andere ooievaars in de buurt van het nest. En “in de buurt”, dat was voor Dirk een ruim begrip. Hij begeleidde vreemde ooievaars tot kilometers van het nest, om er maar vooral zeker van te zijn dat ze echt vertrokken waren. Pas in 2013 begon een langzame uitbreiding van het aantal broedparen in de gemeente Losser. Al eerder waren er broedparen neergestreken in de aangrenzende gemeente Dinkelland, maar die waren ruim uit de buurt van Dirk.

Nadat Dirk in 2018 overleden was, zagen we ook dichter bij huis een verandering en vestigden zich broedparen dichter bij de Schoklandweg. We zagen zelfs de eerste broedparen binnen de bebouwde kom van Losser (Wilgenkamp en erve Bookholt, Gildehauserweg). Weliswaar aan de rand van het dorp, maar toch echt binnen de bebouwde kom. In 2020 waren er in het dorp Losser twee ooievaarsnesten binnen de bebouwde kom en twee nesten net buiten de bebouwde kom. Uiteindelijk zijn drie van de vier nesten tot broeden gekomen en hebben jongen groot gebracht. Dit laatste ging niet makkelijk, want door de extreem droge zomer was het voor de ooievaars moeilijk om aan voedsel voor de jongen te komen. Het gevolg was dan ook dat menig jong uit het nest gegooid werd, vanwege voedselgebrek. Ooievaars slikken de prooi in zijn geheel door en kunnen die niet in stukjes trekken zoals bijvoorbeeld roofvogels dat wel kunnen. Daarom bestaat het stapelvoedsel voor jongen ooievaars vooral uit regenwormen en grote insecten. Hapklare brokjes. Maar het is moeilijk zoeken naar regenwormen als de grond uitgedroogd is.

Als de weilanden gemaaid worden, dan zijn de ooievaars er vaak als de kippen bij en te kijken wat er allemaal te halen valt. Muizen vallen regelmatig ten prooi aan de maaibalk en die liggen dan in stukken in het gemaaide gras. Ideaal voor de ooievaar om aan de jongen te voeren.

De extreme droogte van vorig jaar heeft er toe geleid dat in de gemeenten Dinkelland, Losser en het aangrenzende Gronau, de ooievaars dusdanig veel moeite hebben gehad om de jongen groot te brengen, dat er gemiddeld per nest maar 1,2 jong is uitgevlogen. Dat is het laagste gemiddelde van de afgelopen 15 jaar.

Maar waarom de titel “Losser, ooievaarsdorp van Twente”?

Zoals reeds geschreven is er na de dood van Dirk, langzaam iets veranderd en worden er ook ooievaarsnesten dichter bij de bron aan de Schoklandweg getolereerd. Maar dit jaar is er iets gebeurd dat we nog niet eerder hebben meegemaakt. Vanaf het moment dat de ooievaars terugkwamen uit hun winterkwartieren zien we grote groepen ooievaars foerageren langs de boorden van de Dinkel. Er is geen onderlinge rivaliteit, er is ruimte voor iedereen. De ooievaars van de Wilgenkamp en de Schoklandweg foerageren gezamenlijk bij erve Bookholt en omgekeerd foerageert de hele groep op de Welp.Het duurde dan ook niet lang of een tweede paar ooievaars vestigde zich op erve Bookholt. Ze bouwden hiervoor een prachtig nest in een eik langs de oprit naar de boerderij. En daar bleef het niet bij, want een tweede paar nam intrek in een eik aan de andere kant van de oprit, gevolgd door een derde paar dat een nest bouwde in een eik langs het trottoir richting het centrum. En daarmee was het nog niet gedaan, want 200 meter verderop, op het terrein van erve Kraesgenberg, streek een paartje neer op de schoorsteen van ‘t Nien End. Binnen een week werd hier een imposant nest gebouwd en inmiddels wordt er volop gebroed. Vorig jaar heeft dit paar een poging gedaan om een boomnest te bouwen, maar dat is destijds niet succesvol geweest. Een stukje oostelijker van erve Bookholt is ook nog een paar ooievaars aan het broeden. Ook zij hebben vorig jaar een nest gemaakt op een afgezaagde wilg, maar zijn niet tot broeden gekomen. Dit jaar zitten ze al stevig enkele weken op de eieren. Zij zitten zo goed verstopt dat dit nest op geen enkele manier vanaf de openbare weg zichtbaar is.

Van één naar acht nesten

Waar we in 1994 slechts een nest hadden en in 2019 drie nesten langs de rand van het dorp, hebben we er dit jaar acht, waarvan zes binnen de bebouwde kom en dat rechtvaardigt de titel “Ooievaarsdorp van Twente”. Omdat een deel van de ooievaars geringd is, weten we ook waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Aan de Schoklandweg zit een ooievaar die geboren is in de buurt van Lelystad. Het nest aan de Wilgenkamp herbergt twee Duitse ooievaars: het mannetje komt uit Rheine en het vrouwtje uit de buurt van Dorsten. Op erve Bookholt zit er in boomnest 1 een ooievaar die uit Rossum (Ov) komt en op boomnest 3 een ooievaar die geboren is in het Stadtpark in Gronau.

Opvallende en herkenbare vogel

De ooievaar is een opvallende en herkenbare vogel en bij deze aantallen zullen we ons afvragen: zijn dat er niet teveel? Dat zal de tijd leren. Als er voor deze aantallen ooievaars te weinig voedsel blijkt te zijn, dan zal dat direct vertaald worden in het aantal jongen dat er per nest groot gebracht wordt en mogelijk zal dit er toe leiden dat een deel van de ooievaars volgend jaar op zoek gaat naar een gebied met meer potentie. Want dat is het mooie van de natuur, zij regelt dat uiteindelijk zelf. Laten wij er ons vooral niet teveel mee bemoeien, want dat heeft tot nu toe nooit goed uitgepakt.

En deze zomer kunnen we vooral genieten van een groot aantal ooievaars in en rond het dorp Losser.

Sander Wansing

Coordinator Ooievaarsdorp

Vogelwerkgroep Losser

6 mei 2021

Bijlage:

8 foto’s van de nesten aan de Wilgenkamp, Schoklandweg, erve Bookholt (4) , ‘t Nien End en de tweede locatie aan de Gildehauserweg (foto boven dit artikel).

Bookholt boom1

Bookholt boom 2

Bookholt boom 3

Bookholt schoorsteen

Nien end

Wilgenkamp

Schoklandweg

Vensters: 
afbeelding van Sietse Smit

Door: Sietse Smit

Redacteur, schrijver en regisseur.