Het gedicht “Zullen we het over vrijheid hebben” door Han Heck.
Zullen we het over vrijheid hebben,
dat je weer dwalen kan over de straat; samen kunt kijken naar een veld narcissen;
dat je niet constant hoeft na te denken, verdoofd door een berg goedbedoelde bemoeienissen van overheidswege.
of zullen we het over veiligheid hebben?
dat je niet bang hoeft te zijn om een knuffel van je kleinkind;
en ook niet bang hoeft te zijn voor een bezoekje voor de zoon van de buren die zo graag even spontaan binnenwipt;
dat zwaaien weer kan zonder glas of kunststof ertussen
en het “praten” best uren mag duren?
of zullen we het over aanraken hebben,
dat je gewoon weer haar hand vast kunt houden
zonder dat je precies weet waarom haar schouder zo verrukkelijk zacht zijn en die mond niet alleen maar doofstom?
Of zullen we het over “ later” hebben?
Wanneer, zeg me, wanneer hoeven we het daar niet
telkens weer over te hebben? Wanneer?
Han Heck