Gezien de ontwikkelingen rond COVID-19, heeft Taalpunt Losser er voor gekozen dit jaar het accent in de week van Lezen & Schrijven te leggen op de vrijwilligers van het Taalpunt Losser (in de taalhulpverlening), met als onderwerp: Wat kan er wel!
Bedoeld voor de vrijwilligers van Taalpunt
Er zijn in week 37 drie dagen (maandag, woensdag en donderdag) “Broodje Lezen & Schrijven” van 12.00 tot 14.00 uur georganiseerd. Alle vrijwilligers konden zich inschrijven voor een dag, met een maximum van 10 personen, zodat men in de raadszaal “coronaproof” een bijeenkomst kunnen houden. Onder het genot van een broodje kon men op de juiste afstand bijpraten, ervaringen uitwisselen maar ook demonstreren hoe men les kan geven met een spatscherm, een “anderhalve meter wandeling” en hoe, maar ook wat, kun je digitaal doen. Er was een mooie PowerPointpresentatie te zien. Mogelijkheden werden getoond hoe men op 1,5 meter kan lesgeven en er waren lijsten met programma’s en tips.
Hoe is het met jullie
Ondanks de corona zijn sommige vrijwilligers, soms in afgeslankte vorm, toch doorgegaan met lesgeven. Ook waren er vrijwilligers die (tijdelijk) afgehaakt zijn. Op boven gestelde vraag werd uitvoerig antwoord gegeven. Dit had een tweeledig doel. De organisatie werd duidelijk wat de vrijwilligers wel of niet deden en de mede vrijwilligers konden hun voordeel doen met de verhalen van hun collega’s. Iedereen is positief over hun werkzaamheden. Het is niet enkel dat je een ander helpt met taal, maar je haalt sommigen ook uit hun isolement. Een andere leuke ervaring die je hoort is dat de vrijwilliger veel leert over het land van herkomst van de leerling.
Praatgroep
Voor de corona waren er praatgroepen. Groepen voor zowel vrouwen als mannen. Uit de gesprekken die men met de leerlingen voerde bleek dat hier veel behoefte aan is. De organisatie gaat onderzoeken of hier op korte termijn weer mogelijkheden voor zijn.
Organisatie
De organisatie van Taalpunt Losser is in handen van Dorine Müller, taalpuntcoördinator bij de Stichting Fundament Losser) en Marian Vervelde haar collega. De beide dames doen er alles aan om de vrijwilligers hun taak zo goed mogelijk uit te laten voeren. Ze geven hun het gereedschap hiervoor of maken ze duidelijk waar ze dit kunnen vinden. Er zijn verschillende programma’s in Nederland die de vrijwilliger de mogelijkheden aan geeft. De vrijwilliger kan daaruit zijn of haar methode kiezen die hem of haar het beste past. Deze methoden zijn allemaal te vinden bij Taalpunt dat te vinden is op de 1e verdieping boven aan de trap van ’t Lossers Hoes.
Laaggeletterd
In Nederland zijn volgens berekeningen en schattingen 1,3 miljoen laaggeletterden. Hiervan is 65% (78 000) autochtoon. Dat wil zeggen opgegroeid in Nederland. Een schrikbarend hoog aantal. Deze groep is moeilijk te traceren vanwege het taboe door de schaamte die deze mensen vaak hebben. Naast de allochtone leerling is Taalpunt juist ook op zoek naar de autochtone leerling.
Vrijwilligers
Het aantal vrijwilligers van Taalpunt fluctueert. Meestal ligt het aantal rond de 40. Wie er iets voor voelt om vrijwilliger te worden bij taalpunt mag contact opnemen met Taalpunt.
https://www.bibliotheeklosser.nl/ontdek-de-bieb/detail/396-taalpunt