Frans Maathuis liep met zijn gezin, in de jaren 70, op een rommelmarkt in het Engelse East Anglia. Hij zag daar een inktpot en zei tegen zijn kinderen: “Kijk daar heb je nog een ouderwetse inktpot.” Waarop zijn kinderen hem verbaasd aankeken. Frans nam aan dat zijn kinderen wisten wat een inktpot was.
Maar ze wisten het niet. Deze inktpot, en de onkunde over dit onderwerp bij zijn kinderen, bracht hem er toe om dit schrijfgerei, zoals hij het zelf noemt, niet verloren te laten gaan. Frans sloeg aan het verzamelen: “Het was een kapitale fout.” zegt hij. “Want in schrijfgerei vind je een heel breed scala aan attributen. Van kroontjespen tot vloeiblad. Van vulpen tot inktlap. En in alle soorten en maten, merken en modellen. Om over het moderne schrijfgerei zoals de typmachine en de computer maar niet te spreken.”
Voor de klas
Frans, die van oorsprong uit Enschede komt, heeft zijn hele werkzame leven voor de klas gestaan. Aanvankelijk in Deventer en hij kwam daar met zijn echtgenote in aanmerking voor een flatwoning. Maar een flat wilden ze niet. Frans studeerde verder en haalde de aktes die nodig waren om door te stromen naar het voortgezet onderwijs.
Hij heeft nog een poos in Enschede gewerkt. Maar omdat de kans op een huis in Losser het grootst leek heeft hij in 1959 gesolliciteerd naar een functie bij de toen nog geheten Ulo/Mulo en is daar tot aan zijn pensionering in 1995 gebleven. Het heeft echter nogal wat voeten in aarde gehad om in Losser een huis te krijgen. Frans heeft toen gesolliciteerd naar een functie op een andere school in een andere plaats. Toen dit bekend werd, was het probleem huis snel voorbij.
Bewondering
Frans heeft diepe bewondering voor het feit dat mensen de mogelijkheid zagen om zich het schrijven eigen te maken. Aanvankelijk begon het met kerven op een stok, het spijkerschrift en symbolen op een kleitablet. Dit is steeds verder ontwikkeld. Schrijvers kwamen uit kerken en kloosters en lieten zich inhuren om te schrijven. Men liet zo iemand de eed afleggen. Een secretaris, penvoerder of abactis is de functie van de persoon (man of vrouw) die de verslaglegging doet van een organisatie. Het woord secretaris betekent geheimschrijver (secret). Abactis is de Latijnse benaming van secretaris en wordt weleens gebruikt binnen studentenverenigingen. Dergelijke lieden genoten hoog aanzien.
Collectie
Frans komt op een leeftijd om zijn collectie af te stoten. Maar waar moet die naar toe. De kinderen hebben absoluut geen belangstelling. Naar een museum is voor hem geen optie. Dan komt de collectie vermoedelijk ergens onder in een kast en verdwijnt uit het zicht. Een stuk uit de collectie is pas interessant als je er een verhaal bij hebt. Hij heeft bijvoorbeeld een inktpotje dat heel vroeger in gebruik was bij de Veldwachter zoals die in de 19e eeuw in een dorp als Beekbergen werkzaam was. De Opper had dit inktpotje aan zijn jas hangen en schreef onderweg zijn processen-verbaal uit.
Het potje is open, je kunt het op de kop houden, maar de inkt loopt er niet uit. En als dit verhaal er niet bij verteld wordt, is het bijzondere inktpotje een dood stuk glas. Ondertussen is hij wel bezig delen van de collectie af te stoten. Hij concentreert zich nu enkel nog op vulpennen. Hij bezoekt beurzen om zijn collectie aan de man te brengen. Onlangs heeft hij nog een collectie puntenslijpers verkocht. Zijn huidige collectie heeft Frans verdeeld over twee slaapkamers op de bovenverdieping van zijn woning. Als je er binnenstapt waan je je in een museum. Jammer dat zoiets een keer verdwijnt.
Maar Frans is er vrij nuchter onder, hij vindt het veel beklemmender om te zien hoe snel de dingen veranderen en vraagt zich af hoelang de mens in staat zal zijn dit, steeds hogere tempo bij te houden.