Op vrijdag- en zaterdagavond gaf het koor intOmusic naar aanleiding van het 12 1/2 jarig bestaan van het koor, een spetterende show weg met als thema: de 60’s en 70’s.
In een bomvolle zaal brachten de zangers en zangeressen onder leiding van Monique Kokkeler (dirigent) en Karel Kunne (regisseur) nummers ten gehore uit de roerige tijden van Flower Power en Disco. Voor de muzikale begeleiding zorgden pianiste Margreet Wilmer en Band Appart,terwijl Annet Niessink regelmatig haar gitaar ter hand nam om het koor te begeleiden.
Uit de tijd van de hippies kwamen nummers als Aquarius en California Dreaming. Arjan Brunger bracht het Meneer de President van Boudewijn de Groot op indrukwekkende wijze de aanklacht tegen oorlog ten horen. Dit alles met op de achtergrond beelden, die bijzonder veel indruk maakten op de toehoorders.
Tina Turner
Daarna verscheen Tina Turner (José Wolters) op het toneel en werd Proud Mary op overtuigende wijze door het koor neergezet.
Die tijd was ook de periode van Swing en Gospel en het koor verscheen in paarse gewaden om nummers als Oh Happy Days en To My Fathers’s House te brengen. Ingetogen kwam toen het Imagine van John Lennon, weer met indrukwekkende beelden , uitstekend gemaakt door Bert Oonk. Met Son of a Preacher Man gaf de Band Appart een mooi voorbeeld van hun kunnen.
In de tijd van de Disco had iedereen natuurlijk glitterkleren aan en zo ook het koor. Na een aantal solo’s en een uitvoering door alleen de dames van I will Survive, werd een wervelende Disco Fever op de planken gezet.
De jaren 70 werden uitgebeeld met een Grease Medley, een duetuitvoering van Waterloo (uiteraard mocht Abba niet ontbreken) en een prachtige vertolking van Bette Midlers The Rose.
Lang herinneren
Tenslotte sloot het koor IntOmusic af met Queens Bohemian Rhapsody, een van de belangrijkste nummers in de pophistorie. Met het concert heeft koor IntOmusic een prachtig visitekaartje afgegeven. Muziek, zowel zang als instrumenten, foto- en filmbeelden, bewegingen en kleding droegen bij tot een show, die velen zich nog lang zullen herinneren.
Bron: Jan Prins