Koosje durfde de hele wereld in de fik te steken. “Maar dan mot mien va de nie bie ween” Hij zat vol streken , en vol vuur,en met hem viel altijd wat te beleven. Hij was het avontuur waar veel mensen van dromen. Een nadeel van hem was dat ie erg ongeduldig was en nooit kon wachten op iets. Dan begon ie te wiebelen en werd onrustig. Als ie eens met zijn ma met de TAD bus naar Enschede moest dan liep ie al heen en weer bij de bushalte. “Jong blief stoan siste zijn ma dan” ,”ak oe zie wok a duzelig”.. We hadden in het midden van de zestiger jaren gezamenlijk met alle jongens in onze buurt met veel bloed , zweet en tranen, een paasvuur gebouwd. Een echt poasvuur! Koosie kon echter niet wachten tot het eerste paasdag was en stak het met Palmpasen in de fik.
Uit alle woningen kwamen mensen aangestroomd ieder baalde dat het nu al aangestoken was , maar niemand wilde iets missen van het Palmpasen vuur. De oranjerode vlammen waren tot in het dorp te zien. Koosie ging ook nog rond met zijn cowboyhoed en vroeg om een kleine bijdrage. “Godverdomme wie hef oos Poasvuur anstook’n .. schreeuwen Bennie en Herman de twee vervaarlijkste jongens uit onze buurt. “Ach wie hoeft Koosie ma an te kiek’n die hef het aanstook’n. Ze gingen naar hem toe terwijl hij in zijn hoed al enkele kwartjes en dubbeltjes had opgehaald. “De leu geeft met Palmpoasen meer as met de Poasen zei die opgewonden tegen Bennie en Herman. “Wie goat noe elk joar het poasvuur met Palmpoasen ansteek’n zei die vol vuur. Sommige jongens hadden tranen in hun ogen bij het zien van het branden van hun Poasvuur. “Ie hebt dat anstook’n zeiden Bennie en Herman in koor tegen Koosie. “Dat geld waj in joen hoed hebt ophaald is veur oos allemoal . En wie wilt met joe niks meer te maak’n hebben.
Iedereen baalde als een stekker geen Poasvuur ..heb wie alle werk met die takken sleep’n veur niks doan. Hoe kom ie doar noe bie zei Koosie dat is nie woar het Poasvuur is alleen anstookn met Palmpoasen. Bertie heeft goed nieuws! “Mien pa kan de trekker van boer Vennegoor leen met een platte waagn en dan maakt wie een nieuw Poasvuur. Iedereen blij iedereen juichte rondom het Palmpoasen vuur. Het lukte binnen een week om een nieuw poasvuur te bouwen het was zelfs iets groter als de vorige. Koosie was gewaarschuwd dat als ie het weer aanstak we hem aanbrachten bij de politie. Savonds om acht uur mocht de pa van Bettie het Poasvuur aansteken. Iedereen juichte en klapte. Op de stroat zagen we Koosie die aan het vuurspugen was! Hij had een petroleumkan naast zich staan en nam een grote slok pertoleum en terwijl hij een lucifer aanstak spuugde hij het goedje uit. Het was dubbel op die eerste Poasdag in 1965 een vuurspuuger en een groot Poasvuur.
Eddy Oude Voshaar