Er was een wereld van verschil tussen oma “Losser” en oma “Denekamp” niet alleen de afstand maar ook het dialect. Oma “Losser” liep in “burgerkleding” terwijl mijn oma in Denekamp altijd in het zwart en zondags als de klokken van de machtige Sint Nicolaas haar klanken verstrooide over het Twentsche land, een kanten knipmuts op. Als mijn oom Gerard vloekte ,en dat deed ie net zo regelmatig als een Shaggy draaien, als er iets niet naar zijn zin ging, dan maakte ze een kruisje en zei mompelend: “Vergeef het hem heer hie wet nie better”.
Oma Losser woonde aan de glooiende Hogeweg net buiten het dorp. Hun huisje was in de zomer omgeven door wuivend goudgele rogge. Je had vanuit hun boomgaard een prachtig uitzicht op het dorp dat in een dal lag. Rondom hun woning stonden vele schuurtjes en daartussen door scharrelden de kippen rond die met hun achterpoten zo koddig zochten naar wormen . Daarnaast waren er tientallen konijnen die zich te goed deden aan restjes eten en fris geplukte melkdistels en klaver. En het lievelingsdier van mien oma was een kalf die ooze familie gezamenlijk hadden gekocht. Zaterdags ging mien opa op zijn fiets de familie rond om “tuffelschillen”op te halen voor het kalf. Mattie noemde op een dag het kalf “bleertje” en sindsdien was dat haar roepnaam.
Opa zat vol streken die niet altijd gewaardeerd werden door mien oma. in een van de schuurtjes stond een ton onder twee planken die gebruikt werd als wc. In de hoek van het schuurtje lagen oale kranten die gebruikt werden als wc papier. Zondagsmiddags was het er de zoete inval de familie kwam dan bijeen en als het zonnetje scheen dan zaten we met zijn allen gezellig onder de fruitbomen. Oma Denekamp bezat een prachtig dialect en was zuinig met haar woorden. Het woord dat het meest uit haar mond kwam was god en Maria. Ze droeg een kruis op haar borst en als het weer het toeliet was ze te vinden in haar grote prachtig aangelegde tuin. Dahlia’s in prachtige diepe kleuren sierden de borders van de moestuin. Tientallen appel en perenbomen beschermden het huis dat iets achteraf stond van de stroat.
Oma was een gelovige en bijgelovige vrouw . Een van haar favoriete spreuken was: ” Leem’n heer vergeef hem hie wet nie better” Haar lievelingsdrankje was wijwater. Ze depte niet alleen haar vingers in het wijwater bakje maar nam ook als niemand het zag soms een slokje van het heilige roomse water. Oom Gerard zei eens tegen mien oma: “Doe bist nie alleen van buut’n heilig maar ok van bin’n” Als de oogst niet erg vlotte liep ze met haar rozenkrans door de moestuin, besprenkelde de gewassen met wijwater en riep Maria op om toch vooral haar moestuin te besparen voor ongedierte en ziektes. Ze ging niet meer naar haar kerk dat was te vermoeiend voor haar. Wij wisten niet beter of ooze oma uut Denekamp was heilig, heiliger dan de paus in Rome. Nee dan was oma “Losser toch wel een stukje bourgondischer
Eddy Oude Voshaar