Heet
Heet
Onze volkswijk met zijn kleine geborgen woningen, met op de daken antennes die zich vasthouden aan rokende schoorstenen, arbeidershuisjes die als een kralensnoer aan elkaar geregen zijn, met rondom heggen als kasteelmuren zo ver als je kon kijken. waar ups en downs met elkaar gedeeld werden. daar waren de meeste mannen in ploegen werkzaam in de stoffige lawaaiige textielfabrieken in en rondom Losser . Ladingen bussen reden ieder die ouder dan veertien jaar was naar de eeuwige rokende textielfabrieken waar je elke dag een hittegolf moest ondergaan. In onafzienbare weverijen waar je door het helse kabaal, dat zoveel pijn aan je oren deed, alleen maar via gebarentaal met elkaar kon praten. Spinnerijen met boven in de nok houten kamertjes waar de bazen in hun groene overalls zaten en iedereen bespioneerden. Als de weinige gouden zonnestralen in de vroege morgen door de slecht wit gekalkte ramen scheen zag je duizenden zilveren stofrestjes door de bloedhete spinnerijen zweven, en een arbeider met in zijn ene hand happend in zijn witte boterham en met zijn andere hand lange slierten witgrijze uit zijn mond halend. De tientallen bussen zonder airco reden af en aan naar Gelderman, Menko, van Heek, Schuttersveld en van Delden broodheren waar het karige loon verdiend moest worden.
Eddy Oude Voshaar