Voorbij het Smokkelpad | Deel 1

Voorbij het Smokkelpad | Deel 1

Voorbij het Smokkelpad is een fictief verhaal dat zich afspeelt in de gemeente Losser. Het verschijnt iedere week in delen. Lees exclusief op Hallo Losser het eerste deel van de serie.

Het gehijg weerklonk van voorbij de bosjes en de bomen verderop. Voetstappen kraakten op het grind. Pas versnelde zich. In het schemerdonker contrasteerde een schaduw. Langwerpig, met slungelige armen die zich over het pad richting mij begaven. De nevel wervelde en spreidde zich uit om mij door te laten. Het grauwe gras dat tussen het grind verscholen zat prikte door de sokken waarop ik liep. Schoenen verloren. De weilanden suisden voorbij. Ik dook dieper in mijn jas. Controleerde of alles er nog was: een bundel met klein zilverwerk, medicijnen en een klein in bruin leer verbonden pakje. Het paste haast in één hand.

Zonder erover na te denken had ik de spullen opgepikt bij een schuur aan de grens. Vanaf daar was het de taak om onopgemerkt te blijven. Maar het was een val geweest. Twee mannen waren gekomen om hetzelfde waar op te halen, met in het bijzonder het in leder gebonden pakketje. Maar ik was hun voor. Had op slinkse wijze het smokkelwaar voor hun neus weggehaald en had het op een lopen gezet. In het dorp was ik bekend om mijn snelheid. Het is was één van mijn sterkste vaardigheden. Eén had ik er al afgeschud. Had ik uitgeput achtergelaten. Maar de andere was taai en bijna even snel. Een Duitser zonder twijfel. Dat was te horen aan de lading scheldwoorden die ik toegeworpen kreeg.

Maar we waren de grens al over. Helaas betekende dit geen veiligheid. Ik keek nog een keer naar achteren. Hij was er nog steeds. Zwaaiend met een onbekend voorwerp. Ik stoof de hoek om. Plotseling stond daar een man, gekleed in een donker zwart pak met glimmende gelakte schoenen en een bolhoed. In een reflex probeerde ik uit te wijken, maar was te snel. Ik tuimelde over de man heen terwijl het zilverwerk zich uitspreidde over het pad. Glas spatte in een werveling van glinstering en geluid, en de flesjes medicatie lieten donkere vlekken achter op het pad, dat van grind naar aarde was gegaan. Ik rolde in een sloot. Nogmaals gekraak. Ik voelde hoe een van mijn knieën zich verdraaide. Botten versplinterden, resonerend met het klinken van het glas.

Ik sloeg een kreet en draaide me op mijn handen en voeten. Probeerde weg te kruipen. Ik voelde naar het lederen pakje. Het was weg. Plots werd ik aan mijn haren omhoog getrokken. De schim stond achter mij. Luidkeels vloekend en tierend. Ik spartelde en hapte geschrokken naar lucht. Ik tuurde het aarden pad en het gras af naar het pakketje. Het was meer waard dan een leven. Dat hadden ze mij duidelijk gezegd. “Wo is het?”, schreeuwde de man in gebroken Nederlands. “Das Päckschen!”. Ik schudde mijn hoofd. “Nür Medizinen. Silber. Weiter nichts”, hij kneep mijn keel dicht. “Quatsch.” Kleine piepjes verlieten mijn keel. Kon geen woord meer uitbrengen.

Ik zag alleen de haat in de ogen van de Duitser, gemengd met lichte paniek. ‘Bescherm het pakje met je leven’, hadden ze mij gezegd. Ik keek opzij. De man met de bolhoed stond enkele meters achter ons. Hij bukte en pakte een klein voorwerp op. Het paste maar net in zijn hand. Hij opende het leer een klein stukje en keek op. Ik zag hem achteruit strompelen. Zonder wat te zeggen, of ook maar een enkel geluid te maken, vloog de man weg richting de opkomende zon. Ik piepte. Hoopte nog iets te kunnen zeggen. Maar het licht vervaagde van wit naar grijs en uiteindelijk zwart.

Wordt vervolgd…

Auteur: Sietse Smit
Sietse Smit
AUTEUR

Sietse Smit

Mijn naam is Sietse Smit. Ik ben al 52 jaar getrouwd met Lettie. We hebben twee zonen, twee kleinzonen en één kleindochter.
Na mijn werkzame leven in de opsporing besteed ik veel tijd aan het schrijven van toneelstukken en verhalen en fotografie. Ik maak gedichten met een knipoog. Ik doe aan geocaching.

Scroll naar boven
Ga naar de inhoud