De kapper die ons in onze kindertijd bijna altijd (ver)knipte kende slechts een model kort en rond met een toefje dat toefje deed ie alleen als ie in een goede bui was. je kon zondags in de kerk dan ook zien wie zich liet knippen bij hem.
In zijn kapperszaak hing een groot kruis aan de muur hij was dan ook een roomse kapper.
Toentertijd gingen de protestanten naar hun eigen kapper wij naar een roomse kapper.…
Van een afspraak maken hadden ze toen nog nooit gehoord je ging naar binnen en wachtte tot je aan de beurt was.
Onze kapper had een vervelende eigenschap als hij tijdens het knippen zag dat er enkele haartjes in je gelaat landen dan blies hij net zolang in je gezicht tot ze omlaag dwarrelden .
Gezien het feit dat ie erg stonk uit zijn mond was dit niet echt een leuk voorjaarsbriesje dat ie in je gezicht blies.
Op een dag toen pa de kinderbijslag kreeg gingen mijn broers pa en ik naar de kapper.
Pa liet ons eerst knippen daarna ging pa zelf zitten in de knipstoel.
In de spiegel keek de kapper pa aan en vroeg ; Gewoon kort en achterower zo ajt altied hebt? aan pa.
Dat is good zei pa tegen de kapper.
Opeens begon de kapper in pa zijn gezicht te blazen doa zit wat hoar sprak ie tegen mijn pa.
Pa begon echter terug te blazen . ie bloast mie en mie jongs nie meer in het gezicht wie bient hier om te knippn en nie om dien vieze adem te roek´n.
ie hebt toch wa een kwast om het hoar uut het gezicht te veeg´n van mien jongs en mie.
Pa veegde zijn gezicht schoon en sprong uit de stoel.
De kapper overleed enkele maanden later aan maagkanker.
Eddy Oude Voshaar