Nieuws & Agenda

Met Michael op smokkeltoer

Een grote groep fietsers reed donderdagmorgen weg vanaf camping “Erve Beernink” in Overdinkel. Johan Nijland reed ook mee. Samen met zijn echtgenote, de zonen Geert en Niels en schoondochter Kirsten runt hij het vleesveebedrijf en de camping. 

Camperplaats Skop’nboer

De eerste stop was al na een kort fietstochtje op de camperplaats Skop’nboer. Zo heet de camperplaats van Jan en Sandra Benneker. Ze wilden aan de camperplaats de bijnaam van de familie verbinden. Alle generaties van Jans familie hadden de bijnaam die is afgeleid van ’t Skop (Twents voor schuur). “SkopJan” is bijzonder dankbaar dat hij op deze fraaie plek in het Dinkellandschap is opgegroeid, net als zijn grootvader ‘SkopHannes’ en vader ‘SkopBets’. Skop’nboer is gelegen aan de Schaapskooiweg en er staat nog een schaapskooi op het erf. Het dak van de kooi is in verval maar er wordt gezocht naar mogelijkheden om de kooi te renoveren.

Tokkie de terreurkip

De gasten die onder leiding van burgemeester Michael Sijbom fietsten werden welkom geheten door Annet, Jan en de terreurkip Tokkie. Annet en Jan schonken koffie en thee uit en trakteerden iedereen op cake. Tokkie deed haar uiterste best om een groot gedeelte van de uitgedeelde cake te verorberen, wat haar goed lukte. Als haar kennis en mogelijkheden wende ze aan om de gasten te vermaken en ze te verleiden tot de afgifte van het lekkernij. Hierna ging de tocht verder naar het Kulturhus in Overdinkel. Wie met Pasen eieren wil eten van Tokkie moet ze nu al bestellen.

Je komt dan op een wachtlijst want Annet en Jan hebben maar één kip. Uiteindelijk vertrokken 28 fietsers van de camperplaats en gingen onderweg naar het Kulturhus in Overdinkel. Onderweg vertelde Sietse Smit bij de kruising Welpelo Invalsweg waar de invalsweg haar naam te danken. Deze naam is ontstaan nadat Bommen Berend in 1665 Nederland vanuit Driland is binnen gevallen.

Mangs is’t klook da’j oe dom hoalt

Het Kulturhus is bijna klaar en wordt in september opgeleverd. In de toegangshal is een spreuk aangebracht die met smokkelen van doen heeft. Losser heeft de spreuk “Ik kom uut Losser ik weet van niks”. Een gezegde dat voorgekomen is uit de smokkeltijd. Als een Losserse smokkelaar moest voorkomen bij de Rechtbank in Almelo, kreeg hij zo wie zo een zwaardere straf omdat hij nooit ergens van af wist. Sietse Smit las ter illustratie zijn gedicht De Smokkelaar voor.

 

De rechter liet zien oog oawer 't proces-verbaal goan.

Hij zee teeg'n de smokkelaar: “Bewies genog ie hebt 't doan.“

“Bekén noe mar en beboet'n doe'k oe fiks.“

Woarop de smokkelaar zee: “Ik kom uut Losser, ik weet van niks.”

Omdat uit de overlevering is gebleken dat voor de Overdinkelse smokkelaars een zelfde soort spreuk van toepassing was heeft men in de hal van Kulturhus de spreuk “Mangs is’t klook da’j oe dom hoalt.” geplaatst.

Hij was een Smokkelaar

De tocht gaat verder naar de Tiekenveenweg. Hier vertelt Sietse Smit het verhaal over zijn Grootvader Hannes Ekkelboom die daar is neergeschoten door een Nederlandse douanier omdat hij 25 pond koffie naar Gronau wilde smokkelen. Het was in augustus 1947. Schoven met graan stonden op het land. In de schoven hadden zich 2 commiezen verstopt die Hannes Ekkelboom en zijn maat sommeerden te stoppen met het bevel halt of ik schiet. Stoppen was er voor de smokkelaars niet bij want dan kreeg je een zware bekeuring, of no erger, en je was de buit (puut in het smokkelaars jargon) kwijt. Hannes zette het op een lopen. De Commies schoot op de benen van Hannes net toen die zich bukte om onder het puntdroad (prikkeldraad) door te gaan. Gevolg was dat hij door zijn buik werd geschoten. Later is hij op de operatietafel in Enschede overleden. Dit verhaal is te lezen in “Oet Dorp en Marke” een kwartaaluitgave van Historisch Kring Losser. Uitgave 2014-1.

Douanekantoor Tiekenveen

Via de Glanestraat en het Lagafietspad langs de Dinkel gaat de kolonne verder via de Oase naar het Douanekantoor Tekenveen. Michael Sijbom vertelt onderweg over het ontstaan van het Lagafietspad en welk belang dit heeft voor het toerisme. Welke rol de Dinkel speelt en dat er plannen zijn van Rijkswaterstaat om de Dinkel die hier gekanaliseerd is weer in haar oude meanderende staat terug te brengen.

Want juist door de kanalisering komt het water van de Dinkel versnelt in Nederland en zorgt vaak voor wateroverlast. Bij de grensovergang Tiekenveen waar vroeger het douanekantoor gevestigd was komt een smokkelaar met een kruiwagen vol zand over de grens. De toeristen mogen raden en onderzoeken wat hij smokkelt. De oplossing is eenvoudig maar raadselachtig.

Via de Dubbele weg gaat de reis verder naar de Drielandsteen waar Michael Sijbom uitlegt waarom het een drielandenpunt is. Michael vertelt dat hij de avond te voren een smokkelbrood heeft gebakken met daarin alle ingrediënten die met het smokkelen van doen hebben. Meel, boter, suiker, krenten vanwege het Twentse tintje en de ode aan de krentenwegge. Roomboter om er op te smeren. Heerlijk.

Bij het klooster de Bardel laat Michael de toeristen nog even het kerkhofje zien waar de oud bewoners en medewerkers van het klooster begraven zijn. Schoon door de eenvoud. Verder naar de uitspanning Aarnink waar Michael nog iets verteld over de annexatie van 1963, waar boeren door ruilen van Nederlands naar Duits grondgebied in één nacht een behoorlijke cent verdient hebben door hun schuren vol te pakken met voor Duitsland aantrekkelijke producten. Kortom een prachtige tocht onder een stralende zon met hele mooie verhalen.

Een grote groep fietsers reed donderdagmorgen weg vanaf camping “Erve Beernink” in Overdinkel. Johan Nijland reed ook mee. Samen met zijn echtgenote, de zonen Geert en Niels en schoondochter Kirsten runt hij het vleesveebedrijf en de camping. 

Camperplaats Skop’nboer

De eerste stop was al na een kort fietstochtje op de camperplaats Skop’nboer. Zo heet de camperplaats van Jan en Sandra Benneker. Ze wilden aan de camperplaats de bijnaam van de familie verbinden. Alle generaties van Jans familie hadden de bijnaam die is afgeleid van ’t Skop (Twents voor schuur). “SkopJan” is bijzonder dankbaar dat hij op deze fraaie plek in het Dinkellandschap is opgegroeid, net als zijn grootvader ‘SkopHannes’ en vader ‘SkopBets’. Skop’nboer is gelegen aan de Schaapskooiweg en er staat nog een schaapskooi op het erf. Het dak van de kooi is in verval maar er wordt gezocht naar mogelijkheden om de kooi te renoveren.

Tokkie de terreurkip

De gasten die onder leiding van burgemeester Michael Sijbom fietsten werden welkom geheten door Annet, Jan en de terreurkip Tokkie. Annet en Jan schonken koffie en thee uit en trakteerden iedereen op cake. Tokkie deed haar uiterste best om een groot gedeelte van de uitgedeelde cake te verorberen, wat haar goed lukte. Als haar kennis en mogelijkheden wende ze aan om de gasten te vermaken en ze te verleiden tot de afgifte van het lekkernij. Hierna ging de tocht verder naar het Kulturhus in Overdinkel. Wie met Pasen eieren wil eten van Tokkie moet ze nu al bestellen.

Je komt dan op een wachtlijst want Annet en Jan hebben maar één kip. Uiteindelijk vertrokken 28 fietsers van de camperplaats en gingen onderweg naar het Kulturhus in Overdinkel. Onderweg vertelde Sietse Smit bij de kruising Welpelo Invalsweg waar de invalsweg haar naam te danken. Deze naam is ontstaan nadat Bommen Berend in 1665 Nederland vanuit Driland is binnen gevallen.

Mangs is’t klook da’j oe dom hoalt

Het Kulturhus is bijna klaar en wordt in september opgeleverd. In de toegangshal is een spreuk aangebracht die met smokkelen van doen heeft. Losser heeft de spreuk “Ik kom uut Losser ik weet van niks”. Een gezegde dat voorgekomen is uit de smokkeltijd. Als een Losserse smokkelaar moest voorkomen bij de Rechtbank in Almelo, kreeg hij zo wie zo een zwaardere straf omdat hij nooit ergens van af wist. Sietse Smit las ter illustratie zijn gedicht De Smokkelaar voor.

 

De rechter liet zien oog oawer 't proces-verbaal goan.

Hij zee teeg'n de smokkelaar: “Bewies genog ie hebt 't doan.“

“Bekén noe mar en beboet'n doe'k oe fiks.“

Woarop de smokkelaar zee: “Ik kom uut Losser, ik weet van niks.”

Omdat uit de overlevering is gebleken dat voor de Overdinkelse smokkelaars een zelfde soort spreuk van toepassing was heeft men in de hal van Kulturhus de spreuk “Mangs is’t klook da’j oe dom hoalt.” geplaatst.

Hij was een Smokkelaar

De tocht gaat verder naar de Tiekenveenweg. Hier vertelt Sietse Smit het verhaal over zijn Grootvader Hannes Ekkelboom die daar is neergeschoten door een Nederlandse douanier omdat hij 25 pond koffie naar Gronau wilde smokkelen. Het was in augustus 1947. Schoven met graan stonden op het land. In de schoven hadden zich 2 commiezen verstopt die Hannes Ekkelboom en zijn maat sommeerden te stoppen met het bevel halt of ik schiet. Stoppen was er voor de smokkelaars niet bij want dan kreeg je een zware bekeuring, of no erger, en je was de buit (puut in het smokkelaars jargon) kwijt. Hannes zette het op een lopen. De Commies schoot op de benen van Hannes net toen die zich bukte om onder het puntdroad (prikkeldraad) door te gaan. Gevolg was dat hij door zijn buik werd geschoten. Later is hij op de operatietafel in Enschede overleden. Dit verhaal is te lezen in “Oet Dorp en Marke” een kwartaaluitgave van Historisch Kring Losser. Uitgave 2014-1.

Douanekantoor Tiekenveen

Via de Glanestraat en het Lagafietspad langs de Dinkel gaat de kolonne verder via de Oase naar het Douanekantoor Tekenveen. Michael Sijbom vertelt onderweg over het ontstaan van het Lagafietspad en welk belang dit heeft voor het toerisme. Welke rol de Dinkel speelt en dat er plannen zijn van Rijkswaterstaat om de Dinkel die hier gekanaliseerd is weer in haar oude meanderende staat terug te brengen.

Want juist door de kanalisering komt het water van de Dinkel versnelt in Nederland en zorgt vaak voor wateroverlast. Bij de grensovergang Tiekenveen waar vroeger het douanekantoor gevestigd was komt een smokkelaar met een kruiwagen vol zand over de grens. De toeristen mogen raden en onderzoeken wat hij smokkelt. De oplossing is eenvoudig maar raadselachtig.

Via de Dubbele weg gaat de reis verder naar de Drielandsteen waar Michael Sijbom uitlegt waarom het een drielandenpunt is. Michael vertelt dat hij de avond te voren een smokkelbrood heeft gebakken met daarin alle ingrediënten die met het smokkelen van doen hebben. Meel, boter, suiker, krenten vanwege het Twentse tintje en de ode aan de krentenwegge. Roomboter om er op te smeren. Heerlijk.

Bij het klooster de Bardel laat Michael de toeristen nog even het kerkhofje zien waar de oud bewoners en medewerkers van het klooster begraven zijn. Schoon door de eenvoud. Verder naar de uitspanning Aarnink waar Michael nog iets verteld over de annexatie van 1963, waar boeren door ruilen van Nederlands naar Duits grondgebied in één nacht een behoorlijke cent verdient hebben door hun schuren vol te pakken met voor Duitsland aantrekkelijke producten. Kortom een prachtige tocht onder een stralende zon met hele mooie verhalen.

afbeelding van Sietse Smit

Door: Sietse Smit

Redacteur, schrijver en regisseur.