Zonnepanelen en het terugverdienen ervan

Veel mensen overwegen de aanschaf van zonnepanelen.

Een heel mooi streven, niet in de laatste plaats om de milieuvervuiling enigszins tegen te gaan.

Echter ook het financiële aspect speelt in veel gevallen een belangrijke rol.

Wat is bijv. de terugverdientijd van de investering? Of wel, wanneer heb ik mijn geld terug dat ik heb uitgegeven voor de investering van mijn zonnepanelen.

Leveranciers van zonnepanelen willen ons vaak doen geloven dat de terugverdientijd 5 tot 7 jaar is. Niets is minder waar!

De terugverdientijd is afhankelijk van een aantal factoren.

Het is belangrijk te weten van welke financiële compensatie men gebruik kan maken.

Vraagt men de btw terug van de Belastingdienst?

Is er sprake van een subsidie of een andere financiële tegemoetkoming op de aanschaf?

Hoe hoog is het voorschot dat wordt betaald aan het energiebedrijf voordat wordt overgegaan op zonnepanelen?

Dat we een leuk spaarpotje kunnen opbouwen is duidelijk, maar terugverdienen is een ander verhaal.

Stel de zonnepanelen kosten € 4.800,- excl. btw. (De btw vragen we terug van de fiscus).

We betalen deze investering uit eigen middelen. Er is geen sprake van subsidie.

Het geld op de bank laten staan brengt ons zo’n kleine € 100,- per jaar op. Meer betaalt de bank ons niet.

Vóór de aanschaf van de zonnepanelen betaalden we een voorschot van € 160,- per maand.

Na installatie van de panelen betalen we nog maar € 100,- per maand.

Dit is een besparing van € 60,- per maand ofwel € 720,- per jaar. Dit betaalt de bank ons niet!

Nu wordt vaak gedacht: Met een besparing van € 60,- per maand heb ik de investering in 80 maanden terug verdiend. Dit is een misrekening!

Bij een investering dient men altijd rekening te houden met een netto kasstroom.

Wat betekent dit?

Naast de besparing van € 60,- per maand betalen we ook nog altijd een voorschot van

€ 100,-. (De besparing is een ‘plus-bedrag’ en de betaling van het voorschot is een ‘min-bedrag’).

Deze twee bedragen dienen bij elkaar te worden opgeteld.

Per saldo blijft er dan een ‘min-bedrag’ over.

De investering wordt pas terugverdiend wanneer de besparing groter is dan het te betalen voorschot.

Met andere woorden: Hoe groter het verschil tussen het oude voorschot en het nieuwe voorschot, hoe eerder men de investering kan terugverdienen.

De investering is ook sneller terugverdiend wanneer er sprake is van subsidies.

Wanneer men nog nauwkeuriger te werk wil gaan, houdt men rekening met de contante waarde van de investering. Bedrijven maken hier veel gebruik van.

Dit is een vorm van financiële rekenkunde die te ver voert binnen dit blog.

Cor Lubach

24 juni 2016