Natuur Recreatie

Gierzwaluwen; sierlijke acrobaten van het luchtruim

Gierzwaluwen 

Dit blog is geschreven door de natuurliefhebber en vogelkenner Ben Olde Riekerink

Gierzwaluwen 

Ieder jaar, zo rond 28 of 29 april, komen de eerste gierzwaluwen vanuit Afrika naar ons land. Je ziet ze dan vooral in grote steden rond oude kerktorens en hoge oude huizen cirkelen.

Maar ook in normale woonwijken komen ze wel voor, mits ze een gelegenheid vinden om te kunnen nestelen. Nou ja, hun nestbouw stelt eigenlijk weinig voor. Ze nemen graag een oud spreeuwen- of mussennest voor lief en stofferen dit van binnen met wat donsveertjes, die ze in de lucht opvangen.

Apus Apus

Gierzwaluwen zijn eigenlijk geen zwaluwen, in de ware zin des wóórd. Zijn wetenschappelijke naam is Apus Apus. Deze Latijnse naam verwijst naar het feit dat zijn voetjes helemaal terug zijn ontwikkeld tot kleine stompjes. Hij heeft zijn klauwtjes immers niet nodig, omdat hij niet in de bomen op takken zit. Ze leven altijd in de lucht buiten de periode dat ze hun eieren uitbroeden en hun jongen groot brengen. Omdat het een holenbroeder is, hebben hun eieren ook geen schutkleur en zijn spierwit. Ze vormen een paar voor het leven en keren ieder jaar naar dezelfde broedplaats terug. Eigenlijk kunnen we hem beter scharen onder dezelfde familie als de nachtzwaluw! Ze hebben beide heel brede bekken. Dat is om in het luchtruim allerlei insecten te kunnen vangen. Dit is debet aan het feit dat gierzwaluwen nagenoeg nooit op de grond komen. Het zijn dag actieve vogels, die hun voedsel in de lucht vangen, waar ze ook paren en slapen. Voor de vochtvoorziening hebben ze genoeg aan een paar regendruppels of ze scheren laag over het wateroppervlak en nemen dan snel een paar slokjes water.

Evolutieleer

Al die aanpassingen manifesteerden zich na een eeuwenlange periode van evolutie tot wat ze nu zijn! De evolutieleer van Darwin. Doordat hij licht is, een ranke vorm heeft en zeer lange, smalle vleugels, kan hij in de lucht, als een volleerd acrobaat, naar links en naar rechts, haken slaan, zodat hij gemakkelijk allerlei vliegende insecten kan vangen. Hij vliegt ook niet zoals de meeste andere vogels, maar hij roeit en crawled, net zoals zwemmers dat doen. Als je de gierzwaluw van dichtbij bekijkt, zie je duidelijk dat hij zich helemaal heeft aangepast aan het leven in de lucht. Het komt in een normale zomer nogal eens voor dat er jonge gierzwaluwen uit het nest vallen. Oorzaak daarvan is het feit dat het onder de dakpannen, waar ze in het nest liggen, zo heet wordt dat de temperatuur tot ver boven de 47 graden Celsius kan oplopen. Volwassen gierzwaluwen kunnen een temperatuur van 40 graden Celsius verdragen. Wordt het echter warmer dan 40 graden Celsius, dan kruipen de jonge vogels uit het nest en vallen naar beneden of komen op de zolder van een huis terecht, waar het koeler is. Zodra de eerste jonge gierzwaluwen zijn uitgevlogen, zie je grote zwermen jonge vogels met hun ouders rondvliegen. Ze krijgen dan vliegles en laten ondertussen voortdurend hun typische, schrille gekrijs horen.

Verstarren

De gierzwaluw heeft nog een andere eigenaardigheid ontwikkeld dat weer een voorbeeld is van evolutie. Als we in een normale zomer een periode met zeer hoge temperaturen hebben gehad, Dan ontstaan er in de regel onweersbuien. Daarna slaat het weer om en vindt er een behoorlijke afkoeling plaats, die wel 2 weken aan kan houden. De gierzwaluw is een echte zonaanbidder en wanneer er dan een dergelijke koele periode plaats vindt, vertrekken de ouders richting Zuid Frankrijk of Noord Afrika, waar het weer in dat jaargetijde meestal heerlijk is. Ze hebben helemaal geen moeite die afstanden te overbruggen en arriveren daar dan ook snel. In de tussentijd verstarren de jonge vogels. Ze hebben voldoende vetreserve en wachten tot hun ouders terug keren. Die weten instinctmatig, wanneer het weer in Nederland weer is opgeknapt en keren terug naar hun broedplaatsen, waar de jongen wachten. Deze wonderbaarlijke speling der natuur kan in een normale zomer wel 5 keer plaats vinden! Zo zie je dat het aanpassingsvermogen amper grenzen kent en hebben deze vogels zich een leefwijze eigen gemaakt, waarbij ze uitstekend gedijen. De gierzwaluw wacht ook niet tot het weer in Nederland definitief afkoelt. Zo vertrekt hij midden juli alweer zuidwaarts richting het Middellands Zeegebied of Noord of Midden Afrika. Kortom, de gierzwaluw mag — met recht – de sierlijkste acrobaat van het luchtruim worden genoemd!

Vensters: 
afbeelding van Marion Poorthuis

Door: Marion Poorthuis