Humor-meer
Het bosbeekje
Dit gedicht moest ik op de lagere school uit mijn hoofd leren. Ik kan me niet meer herinneren wie de schrijver was, maar deze regels ben ik tot op de dag van vandaag nooit vergeten.
Het bosbeekje komt uit een donker moeras
waar niemand zijn oorsprong zou gissen,
het borrelt de grond uit en vormt er een plas
met knotwilgen en berberissen.
Het babbelt en kabbelt, op kiezel en zand
dan neemt het een draai en loopt voort door het land
alsof het de weg niet kan missen.
Het heeft zijn bekenden alom aan de zoom
en speelt met de waterranonkel,
er rolt op het blad van de lotus een drop
die blinkt als een holle karbonkel.
Het babbelt en kabbelt, langs russen en riet
dan schiet het weer voort als een wielende vliet
vol schitterend zonnegefonkel.
Het bosbeekje ziet in de grijsgrauwe nacht
de elfjes die wiegend bewegen,
ze dansen in rijen onhoorbaar en zacht
de rolronde rimpeltjes tegen.
Het babbelt en kabbelt en tokkelt de maat
het klatert klikklak als de nachtegaal slaat
klikklak in de ruisende regen.