Educatie

Preventie processierups in eigen tuin of buurt

Preventie processierups in eigen tuin of buurt

Overgenomen van Remi van Beekum. (Blogger bij Eigenwijs Blij)

Eikenprocessierupsen kunnen een ware plaag vormen. Omdat ze vaak in grote groepen samen in een boom zitten kunnen ze die helemaal kaal vreten. En de brandharen of netelharen op de rups zien er zacht uit, maar kunnen flinke jeuk en huidirritatie veroorzaken. Geen wonder dat processierups bestrijden populair is zodra die ergens opduikt. Met grote stofzuigers worden ze uit de bomen gezogen en soms wordt er gif gebruikt. Maar dat kan ook anders. Heb je een eik in de tuin of in je buurt dan is er veel wat je kunt doen om een plaag van de eikenprocessierups te voorkomen. Door natuurlijke vijanden te lokken en zo te voorkomen dat ze een plaag kunnen vormen

Het leven van eikenprocessierups en eikenprocessievlinder

De processierups is de rups van de eikenprocessievlinder (Thaumetopoea processionea). Ze heten zo, omdat ze in grote colonnes achter elkaar de boom uit komen. Alsof ze in processie lopen. De eitjes komen in het voorjaar (april of mei) bovenin eikenbomen uit. De eik staat dan net vol in blad, dus de rupsen hebben meteen een hoop te eten. De rupsen vervellen een aantal keren en groeien tot 3,5 centimeter lang voordat ze veranderen in een nachtvlinder. Begin september leggen de vrouwtjes weer nieuwe eitjes bovenin eikenbomen. De eikenprocessierups komt uit Zuid-Europa en is sinds de jaren 90 ook in de Benelux te vinden.

Een plaag voorkomen is beter dan een plaag genezen

In de natuur komt zelden een plaag voor omdat er een grote diversiteit aan leven is. Voor elk wezen dat een plaag kan vormen zijn weer andere wezens die het eerste graag eten. Meestal hebben wij dat niet eens door. Ineens vind je een paar lieveheersbeestjes in je tuin. Waarschijnlijk was er op die plek een paar dagen geleden een uitbraak van luizen, hebben de lieveheersbeestjes dat ontdekt en hebben ze zich helemaal volgevreten aan luizen en daarmee een plaag voorkomen.

Dat systeem werkt prima, zolang er voldoende diversiteit is en de juiste ‘roofdieren’ aanwezig zijn. Maar de biodiversiteit is in onze aangeharkte tuintjes, kortgemaaide bermen en monocultuur landbouw een stuk minder divers dan zou kunnen. En dus ontbreken de roofdieren vaak, waardoor een plaagdier daadwerkelijk een plaag kan vormen voordat de roofdieren het doorhebben en met voldoende zijn om de plaag te bestrijden. De oplossing is dus bijna altijd: zorg voor meer diversiteit.

Natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups

De eikenprocessierups is soms een rups, soms een nachtvlinder. Rupsen hebben vaak andere vijanden dan nachtvlinders. Een aantal van de natuurlijke vijanden van de processierups:

  • Mezen, vooral koolmezen (eten rupsen)
  • Sluipwespen en sluipvliegen (leggen eitjes in de rupsen)
  • Larven van gaasvliegen en tweestippelig lieveheersbeestje
  • Vleermuizen (eten ‘s nachts vlinders)

Natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups lokken

Wil je processierups effectief en preventief bestrijden, dan moet je dus natuurlijke vijanden lokken. Niet in april en mei als de rupsen er ineens zijn, maar eerder en het liefst het hele jaar. Daarvoor moet je altijd zowel op voeding als nestplek letten. Aangezien vleermuizen en mezen insecten eten, kun je het beste beginnen bij de insecten. Een deel van die insecten eet eikenprocessierups en een deel vormt voeding voor de mezen en vleermuizen. En om insecten te lokken heb je planten nodig.

Planten voor insecten 
De lijst planten die insecten aantrekken en voeden is eindeloos. Het is vooral belangrijk te letten op een zo lang mogelijk bloeiseizoen (let dus vooral op hele vroege en hele late bloeiers) en diversiteit. Want een vlinder heeft andere voorkeuren dan een gaasvlieg. En vergeet de rupsen niet. Vlinders zijn gek op vlinderstruiken, maar vlinders zijn langer rups dan vlinder en als rups willen ze bijvoorbeeld brandnetel of kardinaalsmuts.

Een paar suggesties:

  • Brandnetel: Fantastische plant voor rupsen van allerlei vlinders
  • Kardinaalsmuts: Eten voor rupsen, bessen voor vogels
  • Duizendblad: Trekt zweefvliegen, lieveheersbeestjes, sluipwespen en gaasvliegjes aan
  • Hazelaar en kornoelje: Bloeien in februari en maart al
  • Vuilboom / spork: Bloeit erg lang, ideale struik voor insecten; en schuilplek voor vogels
  • Klimop: Bloeit in oktober/november pas. Wil je geen woekeraar, neem dan Hedera helix (struikklimop
  • Dille: Bloeit lang en trekt zweefvliegen, gaasvliegen en sluipwespen aan
  • Kamperfoelie: Trek vooral ‘s nachts nachtvlinders (motten) aan
  • Goudsbloem: Bloeit erg lang en trekt zweefvliegen en sluipwespen aan
  • Campanula: Bodembedekker die vaak twee keer per jaar erg lang bloeit
  • Verder: Lavendel, heide, marjoraan/marjolein/oregano, viburnum (sneeuwbal), kattenkruid en talloze andere planten

Schuilplaats insecten
Insecten moeten ook schuilen en plek hebben om te overwinteren en eitjes te leggen. Sommigen doen dat op of bij bovenstaande planten. Anderen tussen bladeren, stenen of in holle takjes. Laat allereerst blad in de winter liggen. Hark het van paden af onder je struiken. Daar vormt het schuilplek voor allerlei beestjes en vergaat het vervolgens tot compost. Wil je de insecten nog wat meer helpen?

Koop of bouw een insectenhotel, of maak een extra simpel insectenhotel

Maak een stapelmuur. Veel solitaire insecten nestelen in grond of tussen stenen. Je kunt eenvoudig een losgestapeld muurtje maken van oude stenen, dakpannen en tegels met lekker veel kiertjes en gaatjes ertussen. Als je dat doet tegen een bultje leemhoudend zand of klei, kunnen insecten gangetjes maken om eitjes te leggen en te schuilen.

Eten voor mezen 
Mezen eten in de lente en zomer vooral insecten, spinnen, larven en rupsen. In de herfst en winter eten ze meer zaden en vruchten. Als je dus voor insecten zorgt, is er voor de mezen al een hoop te eten. Plant nog een paar struiken met bessen die in de winter blijven hangen, zoals bijvoorbeeld hulst. En plant zonnebloemen die je laat staan in de winter. Een vijvertje of poeltje zorgt dat ze ook kunnen drinken. Dat is met name in droge periodes in de zomer erg belangrijk. Heb je geen plek voor een vijver of poel, leg dan gewoon een ondiepe schaal of bak water in de tuin met schuine rand. Die schuine rand is belangrijk zodat beestjes die er in vallen er weer uit kunnen komen.

Schuil- en nestelplek voor mezen
Mezen nestelen van oorsprong in boomholtes. Maar oude, dode, holle bomen en takken worden meestal netjes opgeruimd in ons aangeharkte land. Dus is er nauwelijks nestplek voor deze vogeltjes als we ze niet helpen.

Hang nestkasten op voor mezen. Dit is echt belangrijk, want zonder nestkasten kunnen mezen zich in Nederland nauwelijks voortplanten.

Plant een paar stekelige of dichte struiken zodat vogeltjes een veilige schuilplek hebben voor katten en andere roofdieren. Vanuit zo’n veilige struik kunnen ze de rest van je tuin veilig bereiken.

Eten voor vleermuizen
De in Nederland en België voorkomende vleermuizen eten insecten. Om te overleven eet een vleermuis een kwart tot een derde van zijn lichaamsgewicht aan insecten per nacht. Dat zijn zo’n 300 motten (nachtvlinders), kevers en muggen per nacht. Zorg je voor voldoende verschillende insecten in je tuin, dan vliegt er ‘s nachts ook van alles boven je tuin en komen de vleermuizen uit de buurt waarschijnlijk vanzelf. En dan eten ze meteen de eikenprocessievlinder voor je op.

Nestplek vleermuizen
Zijn er al vleermuizen in je regio, dan kun je overwegen een paar vleermuiskasten op te hangen aan je huis of in een boom. Er zijn verschillende soorten. Voor 12 euro heb je al een bouwpakket. Wil je een echte topkast dan ben je 70 euro verder. Maar voor zo’n 30 euro heb je ook een prima vleermuizenkast. Zie Vleermuiswerkgroep Nederland voor uitleg.

Spoor je gemeente aan

Helaas zijn veel gemeenten onbedoeld nog bezig eikenprocessierupsen te kweken. Ze harken alles ‘netjes’ aan, maaien bermen kort en zagen de onderste takken telkens van bomen. Daarmee maken ze het de natuurlijke vijanden van de processierups wel erg moeilijk. Vaak is het geen onwil bij gemeenten maar weten ze gewoon niet beter en doen ze het zo omdat ze het altijd al zo deden. Als je in gesprek gaat met de gemeente vraag dan om:

Bermbeheer veranderen. Maximaal twee keer per jaar maaien zodat bloemen in de berm de tijd hebben om in zaad te schieten en zich uit te zaaien. Dat helpt veel insecten.

Minder aan harken. In veel gemeenten is het nog normaal om in de herfst en winter zoveel mogelijk blad weg te halen. Met het blad verdwijnt ook de schuilplek voor veel insecten en egels. En ontdoen ze de bomen van een mooi laagje natuurlijke compost. Stoepen en fietspaden moeten natuurlijk bladvrij gemaakt worden. Maar bermen en parken lang niet altijd.

Stoppen met het wegzagen van lage takken. Vogels nestelen vaak op de onderste paar takken van bomen. Daar zitten ze hoog genoeg voor katten en vossen, maar laag genoeg om niet uit de boom te waaien. Ook is een tak op 2, 3 of 4 meter hoogte ideaal om veilig de omgeving te checken op voedsel. Maar gemeenten zagen meestal elke paar jaar de onderste takken van de bomen af. Een rij eiken langs een weg is vaak de eerste 7 tot 10 meter kaal gezaagd en mag alleen bovenaan takken hebben. Vroeger was dat afzagen van takken belangrijk om noesten te voorkomen en mooie rechte planken en balken te produceren. En door beter zicht helpt het wegzagen van de onderste takken bij kruisingen de verkeersveiligheid. Maar dat hoeft niet tot 8 meter hoog en veel eiken staan niet vlakbij een kruising of bocht.

Diverser aanplanten. Zet je 100 eiken op een rij en komt er eikenprocessierups in, dan kunnen ze zo de hele rij koloniseren. Zet 5 of 6 verschillende soorten in die rij, dan is dat een stuk lastiger en is de kans dat er natuurlijke vijanden aanwezig zijn een stuk groter. En dan heb ik het nog niet over de schimmels die rijen essen aantasten. Bij nieuwe wegen zouden gemeenten daarom altijd meerdere soorten door elkaar moeten planten. Dat scheelt ziekten en plagen en is ook veel mooier. Bij bestaande wegen zou herplant van omgevallen/omgezaagde bomen altijd moeten worden gedaan met een andere soort. Gaat er in een rij eiken bij een storm een eik om? Gewoon een beuk of een linde planten. Gaat er in een rij essen een es om? Zet er een els of wilg tussen!

Meer struiken planten. Struiken bieden een hoop diversiteit, voeding en schuilplek voor allerlei insecten en vogels en passen van nature goed bij eiken. Een hazelaar bijvoorbeeld bloeit vroeg (goed voor insecten) en biedt schuilplek. En een vlier ziet er prachtig uit in de lente, trekt insecten aan en past van nature in de omgeving van eiken. Ook kardinaalsmuts en kornoelje zijn inheems en misstaan niet langs wegen.

Zo’n rij eikenbomen langs een weg biedt dus een perfecte habitat voor de eikenprocessierups, terwijl er geen schuilplek of eten voor mezen en andere vogels is. En ook veel insecten hebben het er moeilijk. Geen wonder dat je de waarschuwingslinten voor eikenprocessierups vaak niet bij eiken in dorpen (meer diversiteit, meer mezen, meer schuilplek) ziet, maar vooral bij lanen van eiken langs wegen waar de onderste takken weg zijn, geen struiken staan, de berm kaal is en de weg grenst aan een monocultuurboer. Gemeenten doen dat meestal zelf en maken er ook nog hoge kosten voor. Minder maaien, minder zagen en minder snoeien zou de gemeente geld besparen én de eikenprocessierups natuurlijk bestrijden.

Drie keer minder eikenprocessierups door natuurlijke bestrijding

Nou zul je misschien denken: “Mooi verhaal, de natuur het werk laten doen, van eikenprocessierups af zonder bestrijdingsmiddelen. Klinkt goed. Maar werkt het ook?”

In Wapserveen is een experiment aan de gang ondersteund door onder meer de provincie, de gemeente Westerveld en LTO Noord. Op één plek wordt min of meer volgens bovenstaande aanpak gewerkt. Er zijn nestkasten opgehangen en planten voor insecten gepland. Een andere plek geldt als referentielocatie. Op die andere plek werden drie keer zoveel nesten van de eikenprocessierups geteld. Het project loopt drie jaar en is nog bezig. Maar de eerste resultaten zijn dus al hoopgevend. De processierups verdwijnt niet volledig, maar wordt wel flink onderdrukt.

Vensters: 
afbeelding van Marion Poorthuis

Door: Marion Poorthuis