Humor

vorderingen in de tijd

Geboren voor 1945

 

Wij zijn geboren vóórdat er penicilline, diepvriesvoedsel en kunststoffen werden uitgevonden; ook contactlenzen en de pil bestonden nog niet.

Wij kochten meel en suiker nog in papieren puntzakjes en niet in fabrieksverpakkingen.

Wij waren er al vóórdat  creditkaarten, telefax, kernsplitsing, lazer, computers en ballpoint;s  voor dagelijks gebruik beschikbaar waren.

Radar was er ook nog niet, wij noemden het gewoon “draadloos seinen”

Er waren nog geen afwasmachines, wasdrogers, airco’s, last-minute –vluchten en de mens was ook nog niet op de maan geland.

Wij zijn éérst getrouwd en gingen daarná samenwonen, en met iemand “gaan” heette al bijna verloofd te zijn.

Werkloosheid was in deze tijd een bedreiging en zeker geen inkomensverzekering.

Wij bestonden al vóórdat de huisman, emancipatie, pampers en partnerbemiddeling via Internet er waren.

In onze tijd kenden we geen groepstherapie, weight watchers, zonnestudio’s , ouderschapsverlof of een tweede auto.

We beluisterden geen muziek via geluidsband, uit transistorradio’s of het New York  Philharmonic Orchestra via een satellietverbinding.

Ook waren er geen elektrische schrijfmachines, kunstharten, orgaantransplantatie”s en jongens die oorringen droegen. Begrippen als Software en Non Food waren nog niet bedacht.

In deze tijd was alles wat uit Japan kwam goedkope rommel en we hadden nog nooit van Pizza’s. Mac Donalds, yoghurt, SMS en instantkoffie gehoord.

En ook “patatje oorlog” was nog niet geboren.

Kevers kenden we alleen als insecten en  niet als Volkswagens.

Wij speelden al op straat toen je voor 5 centen een ijsje, drop of wat zuurtjes kon kopen

En voor een dubbeltje met de bus van de ene kant van de stad  naar de andere konden reizen.

Wij zijn waarschijnlijk de laatste generatie die zo “dom” is te geloven, dat de keuken  het domein van de vrouw behoort te zijn en ze een man moet trouwen om kinderen te krijgen.

Wij moesten bijna alles zelf opbouwen, een vrije zaterdag kenden we niet en we moesten uitkomen met dátgene  wat er was.

Het was ónvoorstelbaar te geloven, dat de staat je uiteindelijk wel zou verzorgen, ook als je “boven je stand” had geleefd.

Iemand die méér uitgaf dan hij verdiende was een criminele profiteur,en van “geen zin hebben” was al  helemáál geen sprake.

Al deze ontwikkelingen en veranderingen hebben we overleefd

Ze zijn deel van ons dagelijks bestaan geworden.

Uit onderzoek is gebleken, dat ondanks  dit alles, wij tot nog toe de sterkste generatie blijken te zijn.

 

En dat wilden we toch nog even laten weten!